CE Wand- en gevelbekleding volgens NEN-EN 14915:2013

Voor leveranciers van gevelbekleding is het belangrijk om in de aanloopfase van een bouw ten aanzien van het brandgedrag juist te kunnen adviseren. Belangrijk hierbij zijn het Bouwbesluit en de CE-markering. In het Bouwbesluit staat vermeld wat de eisen zijn. CE-markering is een informatieplicht voor bouwproducten (Construction Products Regulation, CPR).

Lees verder onder de afbeelding
houten-gevelbekleding

Voor gevelbekleding is hiervoor een specifieke norm beschikbaar: NEN-EN 14915 ‘Wand- en gevelbekleding van massief hout’. Hierin staat vermeld hoe eigenschappen moeten worden bepaald, de conformiteit moet worden beoordeeld en hoe de markering moet worden uitgevoerd.

NEN-EN 14915: Wand- en gevelbekleding van massief hout

Deze norm is een zogenoemde geharmoniseerde norm, welke in elk EU-land wordt erkend en moet worden toegepast voor CE-markering. De norm omschrijft over welke eigenschappen van de gevelbekleding de consument moet worden geïnformeerd: o.a. gevaarlijke stoffen, warmtegeleidbaarheid, duurzaamheid van het toegepaste hout en brandklasse.

NEN-EN 14915 en brandklassen

In de praktijk wordt ten aanzien van brand onderscheid gemaakt tussen de “bijdrage tot brand” (Reaction to Fire) en de “brandweerstand” (Resistance to Fire). De brandweerstand gaat altijd over constructie(onderdelen), de bijdrage tot brand, brandklasse, gaat over de verschillende onderdelen (materiaal-classificatie).

Voor het bepalen van de brandklassen worden in de norm twee mogelijkheden gegeven:

  • Bepaling van de brandklasse op basis van CWFT (Classified Without Further Testing).
  • Bepaling van de brandklasse door het uitvoeren van een brandclassificatietest conform NEN 13501-1.

Wat altijd buiten de CWFT valt is het toepassen van een brandvertragende behandeling tijdens de productie. Deze vallen onder verantwoordelijkheid en controle van een certificerende instantie (NB): zowel de alle initiële testen als de jaarlijkse controles.

De meeste in Nederland toegepaste open gevelsystemen vallen in het algemeen niet onder CWFT en zullen in het algemeen apart moeten worden getest.

Brandtesten volgens NEN-EN 13501-1

Voor het testen van een gevelbekleding conform NEN 13501-1 worden een heel aantal parameters beschreven, de toepasbaarheid van de gevelbekleding is afhankelijk van de gebruikte parameters (dikte, dichtheid, substraat, spouw (grootte, joints, wel/niet geventileerd, vrijstaand), oppervlakte (afwerking, profiel, geschaafd, bezaagd), houtsoort, openingen, bevestigingen, type achterhout, type brandvertrager). Elke test wordt vastgelegd in een brandclassificatierapport, waarin deze parameters zijn omschreven.

Voor toepassing t.b.v. CE-markering is het van belang dat de test aantoonbaar gecontroleerd volgens norm wordt uitgevoerd. Hierbij moet op gelet worden of de test is uitgevoerd door (of onder toezicht van) een genotificeerde instantie (NB), die ook de verantwoordelijkheid neemt voor de monstersnames. Vaak worden monsters aangeboden die door een fabrikant zijn behandeld, maar voor de certificering valt ook controle van de behandeling met brandvertrager en (niet-brandvertragende) coatings onder de verantwoordelijkheid van de NB!

Verder is het op basis van voortesten en uitgevoerde classificatietesten mogelijk om niet-geteste claims te onderbouwen. Dit heet Extended Application en is voorbehouden aan het test-laboratorium om dit te doen en kan op alle parameters worden toegepast.

Duurzaamheid (behoud) van de brandvertragende behandeling

NEN-EN 14915 zegt niets over de duurzaamheid van de brandvertragende behandeling. Toch is het een belangrijk issue en op dit moment is er een aanbeveling (vanuit de EU) om in combinatie met NEN-EN 14915 hier naar te kijken. Voor het testen van de duurzaamheid van de brandvertragende behandeling wordt voor gevelbekleding NEN-EN 16755 aangewezen. Als resultaat kan het zijn dat een middel alleen voor binnen, binnen en buiten met een afwerking of onafgewerkt kan worden toegepast (brandvertragende impregneermiddelen en coatings).

DoP en CE-markering

Indien een product onder de scope van NEN-EN 14915 valt, dan is er vanuit de CPR een verplichting om een CE-markering aan te brengen op het product of diens verpakking en moet er per product een Prestatieverklaring (=Declaration of Performance=DoP) beschikbaar zijn in de taal van het land waar het wordt verhandeld. Controle of het product en bijbehorende CE-markering en DoP voldoen aan de CPR is een taak van de nationale overheid en wordt uitgevoerd door ILenT. De controles van de certificerende instanties (Notified Bodies) beperken zich tot controle op de eisen gesteld in de NEN-EN 14915 m.u.v. de ZA-Annex.

Certificering volgens NEN-EN 14915

Een verplichte certificering volgens NEN-EN 14915:2013 is er dus alleen indien er binnen het productieproces er een aantoonbare productiestap is die een verbetering van de brandprestatie (bijdrage tot brand) als resultaat heeft (zowel impregnerend als oppervlaktebehandeling). Hierbij valt de verantwoording van het gehele initiële traject en de jaarlijkse controle onder verantwoordelijkheid van de genotificeerde instantie: in het traject voorafgaand aan de brandtesten wordt nog wel eens vergeten de genotificeerde instantie er bij te betrekken.

Belangrijk om hierbij in de gaten te houden (de grootste valkuilen):

  • Indien het voortraject (prepareren van de monsters vóór testen) niet officieel wordt gemonitord, is het resultaat van de testen alleen te beschouwen als indicatie.
  • Een classificatierapport op zich is geen certificatie: ook het voortraject en de jaarlijkse controle vallen onder verantwoordelijkheid van de genotificeerde instantie.